Dwangakkoord

Als niet alle schuldeisers akkoord gaan met het voorstel van de schuldhulpverlening kan er een aanvraag ingediend worden voor een dwangakkoord. Deze aanvraag wordt door de schuldhulpverlening gestuurd naar de rechtbank. In de aanvraag wordt aan de rechtbank gevraagd om de schuldeisers te dwingen akkoord te gaan met het voorstel wat de schuldhulpverlening heeft gedaan. Hierna zal er een zitting komen bij de rechtbank.
De rechtbank ontvangt alle stukken van de schuldeisers en heeft vaak een brief waarom de schuldeiser niet akkoord wilt gaan. De volgende personen/instanties ontvangen een uitnodiging voor de zitting bij de rechtbank; de persoon voor wie het verzoek is, de schuldhulpverlenende instantie, de beschermingsbewindvoerder en de schuldeisers die niet akkoord zijn.

Tijdens de zitting bij de rechtbank zal de rechter vragen stellen over het ontstaan van de schulden en wat u heeft gedaan om tot een oplossing te komen. De rechtbank vindt het belangrijk dat u kunt laten zien dat u werkt of moeite doet om aan het werk te komen. Dit zal de kans op een dwangakkoord vergroten. Als u niet kunt werken zult u medische stukken naar de rechtbank moeten sturen waarin staat wat de reden hiervan is.

Indien het dwangakkoord wordt toegekend zal de rechtbank een beschikking sturen met dit besluit. Het schuldhulpverleningstraject zal weer verdergaan met de gemeente (of een andere instantie die de aanvraag heeft ingediend). Als het dwangakkoord niet wordt toegekend zal de rechtbank een verzoek tot WSNP behandelen.

Meer weten over budgetbeheer?